Psg 278 Phyllium philippinicum
Verzorgingsfiche:
Land van oorsprong: Filipijnen
Voedsel: braam en eik. In het wild eten ze guave en mango. Ik heb de nimfjes mango gegeven in de hoop dat er dan minder uitval zou zijn in het nimfenstadium, maar zonder veel resultaat. Ik denk dat het bij deze soort niet veel verschil maakt of ze nu wel of niet met mango worden grootgebracht. Veel mensen raden wel aan om de dieren, zeker de nimfen, een combinatie te geven van eik en braam, zo zou er minder uitval zijn.
Ook het proberen waard is de 'free standing methode', dit is een manier van kweken die bij alle Phasmatodea handig is, maar vooral bij wandelende bladeren wordt gebruikt. De techniek is simpel, je dient er enkel voor te zorgen dat de randen van de bladeren de wanden van het terrarium niet raken. Zo is er minder kans dat de nimfjes de hele bak rondrennen en hun eten 'kwijt' raken. Let er dus ook op dat de diertjes altijd op de bladeren zitten. Doordat ze altijd op hun voedsel zitten, worden ze gestimuleerd tot eten.
Temperatuur: liefst iets warmer dan de normale kamertemperatuur.
Luchtvochtigheid: de nimfen hebben wel wat vochtigheid nodig, omdat ze anders moeilijkheden hebben met het vervellen. Elke avond op de bodem sproeien en wat in de takken is perfect.
Inrichting: een terrarium van 30*30*30 is perfect voor ongeveer 3 koppels. Ik raad aan om keukenpapier op de bodem te leggen, omdat dit sneller en makkelijker te verversen is dan vermiculiet of aarde en door de hoge vochtigheid die je elke avond creëert zou het toch wel eens kunnen schimmelen in de bak. Voor Phyllium soorten is het ook aangeraden om wat meer luchtcirculatie te hebben in je terrarium,omdat ze anders niet zouden eten. Ook wat extra licht zou hen goed doen, maar direct zonlicht is af te raden. Phyllium philippinicum is over het algemeen een van de makkelijkere soorten wandelende bladeren. Dit is zeer subjectief natuurlijk, en hangt af van kweker tot kweker en zelfs van cultuur tot cultuur. De eerste keer dat ik ze hield ging de kweek raar genoeg veel makkelijker dan toen ik ze enkele jaren later weer probeerde.
Geslachtsbepaling: de mannelijke nimfen zijn slanker van vorm dan de vrouwelijke. Vrouwtjes worden ongeveer 8 cm lang en mannetjes 6.5 cm. De volwassen dieren verschillen nog meer in lichaamsbouw. Vrouwtjes hebben een typische bladvorm. De mannetjes zijn daarentegen weer veel slanker en gebouwd om te vliegen. Hun doorschijnende, lichte vleugels zijn dan ook zeer opvallend. De vrouwen hebben ook vleugels, maar deze dragen eerder bij aan hun camouflage en worden niet gebruikt om te vliegen.
Kweken: seksueel.
Incubatieperiode: ongeveer 4 maanden, soms kan dit ook iets langer duren. Leg de eitjes in een afgesloten bakje met een hoge vochtigheid. Je kan als bodembedekking vermiculiet of een spons gebruiken, die het vocht goed absorbeert. Let wel op dat je geen schimmel krijgt, want dan is de kans groot dat je eitjes verloren zijn.
Leeftijd (nimf): na 5 tot 6 maanden zijn de dieren volwassen.
Leeftijd (volwassen): volwassen vrouwtjes kunnen soms nog een half jaar leven na hun laatste vervelling. De mannetjes sterven vroeger.
Kweeksnelheid: Gemiddelde kweeksnelheid, je moet wel veel geduld uitoefenen bij de nimfen, omdat het soms lang duurt voor ze vervellen en omdat er vaak veel nimfensterfte is in de eerste weken. Na de tweede vervelling gaat alles wel beter en is het eigenlijk niet meer zo'n moeilijke soort.
Speciaal gedrag: als je op de wandelende blaadjes blaast gaan ze heel hard wiegen, rondlopen of trillen. Dit is vaak een grappig zicht. Houdt liefst ook niet teveel dieren samen, en houd wandelende bladeren ook niet bij wandelende takken, want dan worden ze waarschijnlijk aangegeten. Wandelende takken (en wandelende bladeren zelf ook) zien immers het verschil niet goed tussen een 'echt' blad en een wandelend blad. Door deze vergissing gebeurt het vaak dat je wandelende blaadjes hebt met eetsporen in hun extremiteiten. Dit hindert ze niet als er geen vitale organen worden geraakt, maar het geeft vaak een raar zicht.
Speciale (uiterlijke) kenmerken: Mannen hebben echte vleugels en kunnen ook vliegen. Toch zullen ze dit niet zo vaak doen. Vrouwtjes hebben een soort 'dekvleugels' op hun achterlijf om ze meer op een blad te laten lijken, maar ze gebruiken deze 'vleugels' nooit.
De net uitgekomen nimfjes zijn zwart van kleur met witte randen rond hun lichaam. Na een paar dagen worden ze langzaam groen.
Voor meer foto's: https://www.facebook.com/media/set/?set=a.609239925761573.1073741838.441799802505587&type=3
Moeilijkheid:de meningen hierover verschillen, bij mij gingen ze (zeker de eerste keer) heel makkelijk, enkel wat sterfte bij de nimfen in de eerste weken. Ik zou ze dus een 3-4 geven.
Psg 278 is misschien wel een hele goede beginnersoort als je met wandelende bladeren begint. Maar zoals eerder gezegd zijn wandelende bladeren vaak onvoorspelbare beestjes en kan je kweek vaak op niets uitlopen. Het kan dus zijn dat je kweek een 7-8 krijgt.
(1= Héél gemakkelijk, 10=Enkel voor gevorderden.)
© Made by Wietse Chanet.
Voedsel: braam en eik. In het wild eten ze guave en mango. Ik heb de nimfjes mango gegeven in de hoop dat er dan minder uitval zou zijn in het nimfenstadium, maar zonder veel resultaat. Ik denk dat het bij deze soort niet veel verschil maakt of ze nu wel of niet met mango worden grootgebracht. Veel mensen raden wel aan om de dieren, zeker de nimfen, een combinatie te geven van eik en braam, zo zou er minder uitval zijn.
Ook het proberen waard is de 'free standing methode', dit is een manier van kweken die bij alle Phasmatodea handig is, maar vooral bij wandelende bladeren wordt gebruikt. De techniek is simpel, je dient er enkel voor te zorgen dat de randen van de bladeren de wanden van het terrarium niet raken. Zo is er minder kans dat de nimfjes de hele bak rondrennen en hun eten 'kwijt' raken. Let er dus ook op dat de diertjes altijd op de bladeren zitten. Doordat ze altijd op hun voedsel zitten, worden ze gestimuleerd tot eten.
Temperatuur: liefst iets warmer dan de normale kamertemperatuur.
Luchtvochtigheid: de nimfen hebben wel wat vochtigheid nodig, omdat ze anders moeilijkheden hebben met het vervellen. Elke avond op de bodem sproeien en wat in de takken is perfect.
Inrichting: een terrarium van 30*30*30 is perfect voor ongeveer 3 koppels. Ik raad aan om keukenpapier op de bodem te leggen, omdat dit sneller en makkelijker te verversen is dan vermiculiet of aarde en door de hoge vochtigheid die je elke avond creëert zou het toch wel eens kunnen schimmelen in de bak. Voor Phyllium soorten is het ook aangeraden om wat meer luchtcirculatie te hebben in je terrarium,omdat ze anders niet zouden eten. Ook wat extra licht zou hen goed doen, maar direct zonlicht is af te raden. Phyllium philippinicum is over het algemeen een van de makkelijkere soorten wandelende bladeren. Dit is zeer subjectief natuurlijk, en hangt af van kweker tot kweker en zelfs van cultuur tot cultuur. De eerste keer dat ik ze hield ging de kweek raar genoeg veel makkelijker dan toen ik ze enkele jaren later weer probeerde.
Geslachtsbepaling: de mannelijke nimfen zijn slanker van vorm dan de vrouwelijke. Vrouwtjes worden ongeveer 8 cm lang en mannetjes 6.5 cm. De volwassen dieren verschillen nog meer in lichaamsbouw. Vrouwtjes hebben een typische bladvorm. De mannetjes zijn daarentegen weer veel slanker en gebouwd om te vliegen. Hun doorschijnende, lichte vleugels zijn dan ook zeer opvallend. De vrouwen hebben ook vleugels, maar deze dragen eerder bij aan hun camouflage en worden niet gebruikt om te vliegen.
Kweken: seksueel.
Incubatieperiode: ongeveer 4 maanden, soms kan dit ook iets langer duren. Leg de eitjes in een afgesloten bakje met een hoge vochtigheid. Je kan als bodembedekking vermiculiet of een spons gebruiken, die het vocht goed absorbeert. Let wel op dat je geen schimmel krijgt, want dan is de kans groot dat je eitjes verloren zijn.
Leeftijd (nimf): na 5 tot 6 maanden zijn de dieren volwassen.
Leeftijd (volwassen): volwassen vrouwtjes kunnen soms nog een half jaar leven na hun laatste vervelling. De mannetjes sterven vroeger.
Kweeksnelheid: Gemiddelde kweeksnelheid, je moet wel veel geduld uitoefenen bij de nimfen, omdat het soms lang duurt voor ze vervellen en omdat er vaak veel nimfensterfte is in de eerste weken. Na de tweede vervelling gaat alles wel beter en is het eigenlijk niet meer zo'n moeilijke soort.
Speciaal gedrag: als je op de wandelende blaadjes blaast gaan ze heel hard wiegen, rondlopen of trillen. Dit is vaak een grappig zicht. Houdt liefst ook niet teveel dieren samen, en houd wandelende bladeren ook niet bij wandelende takken, want dan worden ze waarschijnlijk aangegeten. Wandelende takken (en wandelende bladeren zelf ook) zien immers het verschil niet goed tussen een 'echt' blad en een wandelend blad. Door deze vergissing gebeurt het vaak dat je wandelende blaadjes hebt met eetsporen in hun extremiteiten. Dit hindert ze niet als er geen vitale organen worden geraakt, maar het geeft vaak een raar zicht.
Speciale (uiterlijke) kenmerken: Mannen hebben echte vleugels en kunnen ook vliegen. Toch zullen ze dit niet zo vaak doen. Vrouwtjes hebben een soort 'dekvleugels' op hun achterlijf om ze meer op een blad te laten lijken, maar ze gebruiken deze 'vleugels' nooit.
De net uitgekomen nimfjes zijn zwart van kleur met witte randen rond hun lichaam. Na een paar dagen worden ze langzaam groen.
Voor meer foto's: https://www.facebook.com/media/set/?set=a.609239925761573.1073741838.441799802505587&type=3
Moeilijkheid:de meningen hierover verschillen, bij mij gingen ze (zeker de eerste keer) heel makkelijk, enkel wat sterfte bij de nimfen in de eerste weken. Ik zou ze dus een 3-4 geven.
Psg 278 is misschien wel een hele goede beginnersoort als je met wandelende bladeren begint. Maar zoals eerder gezegd zijn wandelende bladeren vaak onvoorspelbare beestjes en kan je kweek vaak op niets uitlopen. Het kan dus zijn dat je kweek een 7-8 krijgt.
(1= Héél gemakkelijk, 10=Enkel voor gevorderden.)
© Made by Wietse Chanet.