Beginnen met wandelende takken en bladeren:
1) De overweging:
Het beste is dat je je eerst héél goed inleest over wat je nodig hebt voor de verzorging van deze speciale dieren. En of je wel plaats en tijd hebt om deze dieren goed te verzorgen.
2) Het terrarium:
Als je je goed hebt ingelezen en je weet met welke soort je wil beginnen kan je een terrarium aanschaffen dat de juiste maat heeft. Een algemene richtlijn is dat het terrarium minstens 3x de lengte van de wandelende tak of het wandelend blad als hoogte heeft en 2x de lengte van het dier als breedte en diepte. Voor sommige soorten is het ook aangewezen om een flexarium te kopen omdat ze heel veel ventilatie nodig hebben. Voor kleinere soorten en nimfen zijn faunaboxen heel praktisch. Zorg er altijd goed voor dat de verblijfplaats van de dieren geen (te grote) gaatjes of andere ontsnappingsmogelijkheden heeft. De jongen (nimfen) van deze dieren zijn heel klein wat de kans op ontsnappen groter maakt.
3) De bodembedekking:
De nodige bodembedekking in het terrarium hangt af van de soort Je hebt soorten die hun eitjes laten vallen (sommigen katapulteren hun eitjes zelfs). Er bestaan ook soorten die hun eitjes in de bodem of in een ander materiaal steken, bij deze soorten hebben de vrouwen bijna altijd een legboor, zoals bv. Eurycantha calcarata (PSG 23), alhoewel er soorten zijn waarbij het niet echt duidelijk is, zoals bv. Necroscia annulipes (PSG 290). Ook zijn er soorten die hun eitjes overal tegenaan kleven, zoals bv. Marmessoidae rosea (PSG 46).
Voor soorten die hun eitjes los leggen/plakken is het het gemakkelijkste om keukenpapier als bodembedekking te gebruiken, zodat je het terrarium snel leeg kan maken. Voor soorten die hun eitjes in de bodem prikken kan je (cactus)aarde, cocopeat, steekschuim, etc. gebruiken. Als je in je bak toch liever keukenpapier gebruikt (omdat dit makkelijker te verversen is) en je een soort hebt die haar eitjes in de bodem prikt, kan je ook een bakje met ongeveer 5 cm diepe grond of ander legmateriaal zetten in het terrarium. Zorg natuurlijk wel dat het potje groot genoeg is voor de soort die je huisvest.
Voor soorten die hun eitjes los leggen/plakken is het het gemakkelijkste om keukenpapier als bodembedekking te gebruiken, zodat je het terrarium snel leeg kan maken. Voor soorten die hun eitjes in de bodem prikken kan je (cactus)aarde, cocopeat, steekschuim, etc. gebruiken. Als je in je bak toch liever keukenpapier gebruikt (omdat dit makkelijker te verversen is) en je een soort hebt die haar eitjes in de bodem prikt, kan je ook een bakje met ongeveer 5 cm diepe grond of ander legmateriaal zetten in het terrarium. Zorg natuurlijk wel dat het potje groot genoeg is voor de soort die je huisvest.
4) De eitjes laten uitkomen:
Als het eitjes zijn van een soort die ze plakt of steekt, kan je ze best laten waar de dieren ze hebben geplakt of gestoken. Anders haal je de eitjes eruit en steek je ze voorzichtig zelf in aarde of een ander substraat.
Bij soorten die vrij leggen kan je de eitjes op een laag keukenpapier of vermiculiet leggen.
Zie zeker dat je ze op de juiste temperatuur en RV (luchtvochtigheid) uitbroedt. Let hierbij ook zeker op voor schimmel.
Bij soorten die vrij leggen kan je de eitjes op een laag keukenpapier of vermiculiet leggen.
Zie zeker dat je ze op de juiste temperatuur en RV (luchtvochtigheid) uitbroedt. Let hierbij ook zeker op voor schimmel.
5) Luchtvochtigheid:
Dit creëer je door met een plantenspuit (waar geen chemische stoffen in hebben gezeten) te nevelen in het terrarium en de bodem vochtig te houden. Het hangt wel van soort tot soort af hoe vochtig je ze moet houden. Sommigen houden van vocht, zoals psg 18 heteropteryx dilatata. Anderen zoals psg 193 tropidoderus childrenii houden echt niet van natte gebieden.
6) Temperatuur:
De meeste soorten kan je op kamertemperatuur houden (18-20°C). Als je ze wat warmer houdt groeien ze sneller en leven ze ook wat minder lang. Bij een lagere temperatuur geeft dat het omgekeerde. Het best is natuurlijk om de leefomgeving van de soort in het wild na te bootsen en het "s nachts wat kouder te maken dan overdag. Zorg er wel voor dat de temperatuur boven de 14-16 en onder de 25 graden Celsius blijft.
7) Voedsel:
Dit is afhankelijk van soort tot soort. Hieronder staan een paar foto's van algemeen gegeten soorten planten. Het is wel belangrijk dat je de planten vers houdt. De meeste kwekers gebruiken een glazen bokaaltje/flesje/etc. met een paar gaatjes in het deksel/dopje. Als de gaatjes wat te groot zijn kan je de spleten toestoppen met watten/keukenpapier.
Voor kleinere terraria of potten die je gebruikt om nimfen in op te laten groeien kan je de voedselplanten met het uiteinde in een stukje (vanonder gesloten) zilverpapier doen dat gevuld is met water.
Voor kleinere terraria of potten die je gebruikt om nimfen in op te laten groeien kan je de voedselplanten met het uiteinde in een stukje (vanonder gesloten) zilverpapier doen dat gevuld is met water.
8) Afweermechanismen:
De meeste soorten wandelende takken hebben één of meer soorten afweermechanismen.
Enkele voorbeelden:
- Gaan vliegen
- Zich laten vallen
- Snel gaan lopen
- Camouflage
- Een vloeistof afscheiden die irriteert of een geur afgeeft
- Op de 2 paar voorste poten gaan staan en achterpoten toeklappen (zie foto).
- ...
Enkele voorbeelden:
- Gaan vliegen
- Zich laten vallen
- Snel gaan lopen
- Camouflage
- Een vloeistof afscheiden die irriteert of een geur afgeeft
- Op de 2 paar voorste poten gaan staan en achterpoten toeklappen (zie foto).
- ...